Projectleider (Asse, Brugge, Gent, Ronse) | NIET-VERGELIJKEND AANWERVINGSEXAMEN

Standplaats                 Asse, Brugge, Gent, Ronse

Weddeschaal               A6a – A7a – A7b

Loopbaanpad              Projecten

 

 

Complexere projecten beheren en coördineren en via samenwerking de exploitatie- en investeringsprogramma’s realiseren. Zodoende verantwoordelijkheid opnemen binnen de ontwikkeling en uitwerking van de visie omtrent (nieuwe) producten en activiteiten.

                                                          

 

1. (Complexere) projecten beheren en coördineren

 

Voorbeelden van activiteiten:

• • verantwoordelijkheid opnemen voor een projectenportefeuille
  • conceptuele inbreng leveren en oplossingsgericht tussenkomen
  • opnemen van de trekkersrol binnen een projectteam
  • projectplanning opmaken en de uitvoering ervan coördineren
  • verzorgen van de projectgebonden communicatie
  • plannen, organiseren, coördineren, opvolgen en bijsturen van de werkzaamheden van de medewerkers en externen binnen een projectteam
  • verantwoordelijkheid opnemen voor de projectadministratie van het project
  • verantwoordelijk voor timing, kwaliteit en budget
  • de rol van leidend ambtenaar opnemen

 

2. Meewerken aan het uitwerken en blijvend ontwikkelen van een visie omtrent (nieuwe) producten/activiteiten

 

Voorbeelden van activiteiten:

• • evoluties in de markt volgen en opportuniteiten detecteren voor de organisatie
  • adviezen formuleren teneinde het beleid, de aanpak en de werkwijze inzake (nieuwe) (watergebonden) activiteiten af te stemmen, te verbeteren en te ontwikkelen
  • meewerken aan de uitwerking van nieuwe programma’s, de omzetting er van in procedures en de implementatie er van binnen de organisatie

 

3. Via samenwerking met andere entiteiten en projectverantwoordelijken instaan voor het correct en tijdig opleveren van de dossiers en projecten

 

Voorbeelden van activiteiten:

• • coördineren van de planning van de verschillende projecten
  • bijsturen van projecten
  • op een constructieve manier samenwerken met alle projectmedewerkers
  • rapporteren over het verloop, de timing en de budgetten van een project
  • up to date houden van alle projectgebonden gegevens

 

4. Het eigen kennisdomein beheren en actief uitbreiden binnen en buiten de organisatie

 

Voorbeelden van activiteiten:

• • nieuwe kennis verwerven binnen het ruime kennisdomein, deze synthetiseren en bundelen voor overdracht naar collega’s
  • als eigenaar van het kennisdomein informatie centraliseren en specifieke procedures uitschrijven en onderhouden
  • uitwisseling van ervaring, kennis en best practices met collega’s
  • opbouwen van een netwerk van contacten binnen het kennisdomein
  • loyaal samenwerken met andere entiteiten

 

 

1. Kerncompetenties

 

• Betrokkenheid

Zich trots en ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijven doorzetten en het gevoel ‘samen de schouders er onder’ nastreven.

 

• Klantgerichtheid

Klanten – zowel intern als extern – op een hartelijke manier ontvangen, gericht beluisteren en actief problemen of opportuniteiten detecteren. Vanuit eigen expertise adviseren, gericht doorverwijzen en steeds respectvol en constructief verder helpen. Daarbij de belangen van de organisatie niet uit het oog verliezen.

 

• Betrouwbaarheid

Te werk gaan in overeenstemming met eigen principes en verwachtingen van de organisatie, iedereen fair behandelen, vertrouwelijkheid respecteren, verbintenissen nakomen en elke vorm van partijdigheid vermijden.

 

• Assertieve bescheidenheid

Zich bewust zijn van zijn eigen kwaliteiten en werkpunten, zonder in arrogantie te vervallen. Steeds op een constructieve manier in dialoog gaan, daarbij voldoende ruimte latend voor de ander en zijn eigen grenzen en die van de organisatie bewakend.

 

 

2. Familiecompetenties

 

• Conceptueel denken

Abstraheren door op een globale manier te denken over systemen en processen en vanuit deze abstracte concepten concrete adviezen en originele werkbare oplossingen afleiden (departementeel/organisatorisch niveau).

 

• Operationeel beheren

Doeltreffend mensen, middelen, budgetten en tijd inschatten, beheren, met regelmaat opvolgen en bijsturen in functie van de te bereiken objectieven.

 

• Coachen

Een medewerker, collega of team helpen werk gerelateerde doelen te verwezenlijken en zich verder te ontwikkelen door hem/hen te inspireren en te ondersteunen in het leerproces.

 

• Overtuigen

Impact hebben, onderhandelen om tot een win-winsituatie te komen en een doelgroep enthousiasmeren.

 

• Zichzelf ontwikkelen

De eigen groei actief plannen en beheren in functie van mogelijkheden, interesses en ambities door het eigen functioneren kritisch in vraag te stellen en zich continu nieuwe inzichten eigen te maken.

 

 

3. Functiespecifieke competenties

 

• Resultaatgerichtheid

Resultaten genereren door de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de correctheid van geleverde prestaties, opportuniteiten te herkennen en doelgericht, op het juiste moment en binnen deadlines acties te ondernemen.

 

 

• kennis van het vakgebied
• projectorganisatie
• werfopvolging
• kennis gebruikelijke software

 

 

• kan ingeschakeld worden in een wacht- of permanentiesysteem
• rijbewijs B

 

 

Aanwerving

 

• masterdiploma
• minimum 5 jaar aantoonbare ervaring projectmanagement van technische projecten en/of werfopvolging binnen het vakgebied (= nutsinfrastructuur voor Zones en Productie en Transport | bouw en/of (gebouwen-)technieken voor FM)
• in het bezit van een rijbewijs B voor het effectief aanvangen van de proeftijd

 

 

 

1. Examenprogramma

 

• Schriftelijk en/of praktisch gedeelte (25 punten)

 

Aan de hand van schriftelijke en/of praktische testen worden de resultaatgebieden, het competentieprofiel - inclusief klantgerichtheid - en de functiespecifieke kennis en vaardigheden van de kandidaat getest.

 

• Mondeling gedeelte (55 punten)

 

Mondeling wordt gepeild naar de resultaatgebieden en de functiespecifieke kennis en

vaardigheden van de kandidaat (15 punten).

In een competentiegericht interview worden de motivatie, ervaring en competenties beoordeeld op een gestructureerde manier (20 punten).

Specifieke aandacht wordt besteed aan de competentie “klantgerichtheid” (20 punten).

De verschillende examengedeelten kunnen geheel of gedeeltelijk op computer georganiseerd worden.

 

2. Beoordeling examen

Aanwerving

 

• schriftelijk gedeelte: 50%
• mondeling gedeelte: 50%
• alle examengedeelten: 60%